Van de week is het de week tegen pesten.
Iedereen heeft wel eens met pesten te maken gehad. Ben je zelf nooit gepest, dan heb je vast wel eens gezien dat iemand is gepest. Misschien heb je er zelf wel aan meegedaan.
Pesten heeft invloed op iemands leven. Zelf dacht ik altijd dat het wel mee viel bij mij. Toch kwam tijdens mijn opleidingen tot coach steeds weer dat ene voorval naar voren. Of om eerlijk te zijn twee.
Ik zat in de 5e klas. Het was na schooltijd. En met een aantal meisjes uit de klas waren we buiten. Er zaten ook meisjes tegen waar ik bijna niet mee speelden. Geen idee wat de aanleiding was, maar opeens was ik het mikpunt. Ik werd in de telefooncel geduwd en mocht er niet meer uit. Ik heb me er letterlijk uitgevochten. Ondanks dat er een aantal voor de deur stonden, kreeg ik hem open. Ik vocht me een weg door de meisjes heen. Ik weet nog dat ik er ééntje in het gezicht gekrabd heb, ik zei nog sorry en vloog naar huis.
Een poos heb ik me ongelukkig gevoeld in de klas. En opeens was het over. De aanleiding was minder, want mijn opa was overleden.
Ik dacht dat ik het achter me had gelaten, maar toch kwam deze situatie vaak naar boven tijdens een leertherapiesessie of als we op elkaar aan het oefenen waren. Het heeft ervoor gezorgd dat ik oplettender ben geworden. Dat ik graag wil weten waar er een ontsnappingsroute is. Het is een automatisme geworden.
Vaak als we het over pesten hebben, dan gaat het vaak over kinderen en/of tieners, maar heel veel mensen hebben er last van. Misschien omdat ze net als ik waakzamer zijn geworden of dat ze mensen niet meer durven vertrouwen. Het kan ook zijn dat er volwassen mensen worden gepest. Op hun werk, op de sport, de vereniging of zelfs thuis.
Mijn advies is praat erover met iemand die jij vertrouwd of met een coach die er voor je is. Het heeft mij geholpen en ik gun het een ander ook.
Als je ziet dat er iemand gepest wordt, wat doe jij dan? Grijp je in? Ga je er tussen staan? Kijkje weg? Of doe je mee?
Jaren geleden werkte in een team, waar veel geplaagd werd onder elkaar. De één kan dat wel hebben, maar de ander ervaart het als pesten.
Na mijn auto ongeluk, waarbij de auto over mijn schouder is gerold, kreeg ik een kaart van mijn collega’s. Naast de gebruikelijke beterschapswensen had iemand geschreven “volgende keer toch maar de Efteling?” en een ander “kop op meid, schouders eronder”. Ik heb helemaal blauw gelegen van het lachen. Heerlijk ik voelde de genegenheid van hen voor mij.
Een aantal jaar later kwam er een nieuwe collega bij. Die was het plagen niet gewend en ik merkte dat hij het zich erg aantrok. Ik probeerde mijn collega’s nog tot rust te manen. Toch bleek uit een team onderzoek dat één persoon zich gepest voelde. Ik vermoede gelijk dat hij het was.
Zo zie je maar dat wat voor de één plagen is voor de ander als pesten kan over komen.
Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik ook wel eens gepest heb als kind. Ik deed met de groep mee. Dat is niet goed.
Ik hoop dat ik het na kindertijd niet meer heb gedaan. Althans niet bewust. Mocht je toch hebben ervaren dat ik je pestte, dan bied ik je bij deze mijn excuses aan.
Laten we met elkaar ervoor zorgen dat iedereen zich veilig voelt.